Wij zijn nooit kind geweest - W. Gansemans

opgroeien tijdens de tweede wereldoorlog

KORTE INHOUD

Wij zijn nooit kind geweest. Opgroeien tijdens de Tweede Wereldoorlog. lk zag voor het eerst een massa vliegtuigen, glinsterend in het ochtendlicht. Wat machtig, dacht ik, wat mooi! (Julien van Remoortere, 10 in '40). Mijn vader had een zwijn laten brengen. Dat varken mocht natuurlijk niet één keer knorren. Vlees smokkelen was streng verboden. (Mark Eyskens, 7 in '40). De lijkwagen stond er - met twee kisten. De andere kist was voor een jonge vrouw. We moesten 'doodstil' zijn - lijken praten niet. Zo zijn we in Bree geraakt. (Jos Ghysen, 14 in '40). De kalk die van de plafonds naar beneden viel, maakte van de doden net mannequins. (Jan Pere, 12 in '40). Op een appartement waar je niet hoort te leven, mag je zeker niet gehoord worden. Zo heb ik ruim twee jaar op pantoffeltjes geleefd. In 1944, met de bevrijding, kon ik geen schoenen aan! (Fred Erdman, 7 in '40). Kinderen beleefden de oorlog anders dan volwassenen. Minder bedreigend, omdat zij niet beseften wat hen overkwam. Behalve zij die de dood in de ogen k...
2007Taal: Nederlandszie alle details...

Dit boek staat op 2 wenslijstjes

Categorie

Details

2007Uitgever: Davidsfonds159 paginasTaal: NederlandsGrootte:  240x170ISBN-10: 9058263908ISBN-13: 9789058263902

REVIEWS VAN DIT BOEK