Schuimen langs de vloedlijn - H. Groenewegen
kritieken en kronieken over poezie

KORTE INHOUD
Als geen andere poëziecriticus is Hans Groenewegen bereid ver te gaan voor de poëzie die hij leest. Van hem geen gemakkelijke generalisaties of nietszeggende rapportcijfers. Als de poëzie van Nachoem Wijnberg vraagt om een bezoek aan de delta van de joodse mystiek, dan gaat hij. Schoot in de passages van Gertrude Starink Egyptische mythologie, dan versterkt hij die klank om de uitzonderlijkheid van Starink tot haar recht te laten komen. Vraagt het werk van Gerrit Kouwenaar om een vergelijking met dat van Lucebert, dan maakt Groenewegen die vergelijking. Tegelijk blijft deze essayist dicht bij de tekst. Hij laat zien wat er staat en hoe het er staat. Niet alleen afzonderlijke gedichten komen op heldere wijze aan bod, ook ontwikkelingen in het oeuvre van de verschillende dichters.
2002zie alle details...