De experimentele poëzie uit Noord- en Zuid-Nederland. Een inleiding  -  Hugo CLAUS, Paul SNOEK, LUCEBERT, Remco CAMPERT, Bert SCHIERBEEK e.a.\nVerzorgd door E. BERNAUW

KORTE INHOUD

Illustrated: Enkele z/w illustraties

- Inhoud:
Inleiding:
I. Traditioneel en experimenteel
1. Geen aprioristisch waardeoordeel
2. Het onderscheid
3. Een inleiding is noodzakelijk
4. Waarom experimentele polzie
II. Het eigen karakter van de experimentele poezie
1. Experimentele poëzie is niet te verklaren
2. De exp. poëzie is openheid voor het mysterie van de waarheid
A. De dichter-spiritualist
B. De dichter-toverfee
C. De dichter-dromer
D. De dichter en de waarheid
3. De exp. poëzie is creativiteit-met-lichaam-en-ziel
4. De exp. poëzie is vernieuwde vorm
A. Beklemtoning van de voorstelling in het gedicht
B. Het woord primeert
C. Woordeconomie
D. Primauteit van het beeld
E. De ritmische ademhaling van de dichter
5. Nog drie opmerkingen
A. Pure klank
B. De autonomie van het gedicht
C. De exp. dichter is gehandicapt
III. De situering van de exp. poezie
1. Een deel van een geheel
2. Een andere kijk
3. De artistieke zelfbezinning
4. Karakteristieken van het modernisme
A. Paul Valéry: a) de vorm b) het woord c) een plezier d) de dichter
B. Go...
1969 Taal: Nederlands zie alle details...

Details

1969 Uitgever: De Clauwaert 94 paginas Taal: Nederlands