Arjun - Gangopadhyay
KORTE INHOUD
Het boek begint met de klassieke tegenstelling tussen hindu's en moslims, tegen het decor van de tweedeling van Brits-Indië in hindu India en islamitisch Pakistan, in dit geval Oost-Bengalen (nu Bangla Desh). De hoofdpersoon Arjun verlaat Oost-Bengalen in 1955 als 11-jarige hindu vluchteling en trekt naar Calcutta. Met andere berooide vluchtelingen vestigt hij zich illegaal op een verlaten buitengoed. Eerst verbonden door hun gemeenschappelijk lot ontstaat er allengs een scheuring binnen de kolonie. Noodgedwongen heulen sommigen met de 'vijand'. Arjun heeft de pech als enige over grote cerebrale capaciteiten te beschikken. Hij wordt met de nek aangekeken omdat hij te veel met mensen uit het universitaire en dus gegoede milieu omgaat. Niettemin toont hij zich als het erop aan komt solidair met de bewoners van de kolonie in hun strijd om rechtvaardigheid. Het boek is vlot geschreven en is een exponent van de problemen die India teisterden en nog altijd kwellen