In dienst van God - F. Pruim
levensverhalen van kloosterzusters
KORTE INHOUD
"Ik ga nooit meer naar de kerk," vertelt Paula Copray (82). "Je moet altijd maar weer op de knieën om te zeggen hoe zondig je bent geweest in plaats van dat je wordt uitgenodigd stil te staan bij wat je goed hebt gedaan. Daar word ik doodziek van." Is hier een non aan het woord? Dat is toch een vrome vrouw in habijt die haar dagen slijt in het klooster, minstens drie keer per dag in de kapel te vinden is en die nooit uit haar slof schiet? Niets is minder waar. In werkelijkheid werken kloosterzusters (zoals ze zichzelf liever noemen) meestal fulltime tot aan hun pensioen en zijn ook daarna nog actief. Ze zijn het best bereikbaar via e-mail, dragen vaak gewone kleren en wonen nogal eens in een rijtjeshuis.
Wat dreef ze om voor het kloosterleven te kiezen? En waarom bleven ze hun roeping trouw tot op de dag van vandaag? Frieda Pruim portretteerde tien vrouwen, voor wie de gelofte van kuisheid en armoe minder een probleem is dan die van gehoorzaamheid.
Wat dreef ze om voor het kloosterleven te kiezen? En waarom bleven ze hun roeping trouw tot op de dag van vandaag? Frieda Pruim portretteerde tien vrouwen, voor wie de gelofte van kuisheid en armoe minder een probleem is dan die van gehoorzaamheid.