Het Kerstekind - Stijn Streuvels
KORTE INHOUD
AL OP eenen nacht lag de wereld witgesneeuwd.
Bij 't aanbreken van den dag waren de landen al toegedekt zoodat er nergens een looverken groen, of een tikkelingsken kleur meer te zien en was - zoover oogen dragen konden was het al één witte evenheid.
De sneeuw, de lucht zat er vol van. Omhoog uit den grijzen hemel, runselden en wervelden de vlokken als donkere kruimels, krieuwelden daar rond als een muggenzwerm; maar beneden was 't een spelen en wentelen als van dartele, witte vlinders, zacht, wattige brokken die gruisdikke dooreen draaiden, robbelden op en neer, of in schuinen val van overdweersch wevende draden, grondewaards schoten en daar stil, geruischloos, dood gingen liggen op de dikke, donzige, witte vacht.
Tot tegen den noen hield de sneeuwvlaag aan; dan verdunde het van langerhand tot de lucht heel gezuiverd scheen en ijl, effen grijs betrokken bleef
Bij 't aanbreken van den dag waren de landen al toegedekt zoodat er nergens een looverken groen, of een tikkelingsken kleur meer te zien en was - zoover oogen dragen konden was het al één witte evenheid.
De sneeuw, de lucht zat er vol van. Omhoog uit den grijzen hemel, runselden en wervelden de vlokken als donkere kruimels, krieuwelden daar rond als een muggenzwerm; maar beneden was 't een spelen en wentelen als van dartele, witte vlinders, zacht, wattige brokken die gruisdikke dooreen draaiden, robbelden op en neer, of in schuinen val van overdweersch wevende draden, grondewaards schoten en daar stil, geruischloos, dood gingen liggen op de dikke, donzige, witte vacht.
Tot tegen den noen hield de sneeuwvlaag aan; dan verdunde het van langerhand tot de lucht heel gezuiverd scheen en ijl, effen grijs betrokken bleef