De ontstaansgeschiedenis van het begrip 'stad' - Jozef Van Loon
een bijdrage van de diachrone semantiek tot de sociaal-economische geschiedenis van Noord-West Europa, inzonderheid van de Nederlanden
KORTE INHOUD
De benaming stad voor een grote bewoningsconcentratie is in het Nederlands (en het Duits en het Zweeds) tamelijk recent. De huidige betekenis ontstond aan het eind van de elfde eeuw als gevolg van een van de meest ingrijpende maatschappelijke ontwikkelingen in de Middeleeuwen, de geboorte van de moderne Europese stad. Voordien werden 'steden' met andere benamingen aangeduid. In de studie wordt nagegaan welke benamingen dat achtereenvolgens vanaf de prehistorie tot ca. 1100 waren (burg, wîk, port, stad) en hoe ze die nieuwe betekenis konden ontwikkelen. Wegens de cultuurhistorische draagwijdte van het verschijnsel beperkt de studie zich niet tot de Lage Landen, maar gaat ze ook uitvoerig in op de semantische ontwikkeling van de overeenkomstige woorden in aangrenzende taalgebieden: Engels chester, tûn, stead, Nederduits wîk, Medio-Latijns civitas, villa, burgus, vicus. Zijdelings worden andere nederzettingsnamen behandeld zoals hofstad, de namen op -zele, de namen Deurne, Dieren, Dorestad, Quentowic, Oudburg, B...
Details
2000Uitgever: Kantl277 paginasTaal: NederlandsGrootte: 240x160x20ISBN-10: 9072474309ISBN-13: 9789072474308Koop dit boek tweedehands
bij volgende verkopers
6 foto's