De gilden - Jan Ter Gouw

KORTE INHOUD

Al in de heidense Germaanse tijd bestond het gilde, als verbond van vrije mannen tot onderlinge hulp en trouw, tot gezamenlijke offerande en gemeenschappelijke offermaaltijden.
In de christelijke Middeleeuwen koos elk gilde zijn beschermheilige en onderhield zijn altaar, hield zijn optochten en omgangen en vierde de jaarlijkse maaltijd. Nog steeds in de eerste plaats een religieus gebeuren.
Zo ook de ridderschappen, die later door de kruistochten zich vormden tot een gesloten orde.
Voor de poorters/burgers was er het schuttersgilde (schutten=behoeden,beschermen) , waar de hoogsten van de maatschappij aan de feesten deelnamen.

Al voor de opkomst van de vrije steden waren er ambachtsgilden; tegen enige opbrengsten aan hun heer kregen ze steeds meer vrijheid. Met het opkomen van de vrije steden vestigden velen zich daar.

Ieder ambachtsgilde:
· beschermheilige
· altaar
· zijn maaltijden

Gildebroeders vergaderden o.l.v. één van de overlieden.
Morgenspraak: vergadering vóór de middag, daarna de maaltij...
Taal: Nederlandszie alle details...

Categorie

Details

Uitgever: Oceanus123 paginasTaal: Nederlands